ENERGIELEVERENDE
WONING ZONDER STIJGENDE ENERGIELASTEN
Wooncorporatie Lefier
ZuidoostDrenthe realiseerde met het project Ecocredo twaalf huurwoningen
die voldoende elektriciteit op moeten wekken voor de installaties en
het huishoudelijk gebruik. Om de extra investe-
ringen hiervoor te bekostigen, verhoogt Lefier de aanvangshuur met 100
euro. De huurders hoeven niet bang te zijn
voor hoge woonlasten,
want door hun lage energieverbruik verdienen ze dit bedrag ruimschoots terug.
Annemieke van Ramshorst en Endre Timár
L
|
efier maakte in haar
energiebeleidsplan 2008-2013 twee strategische keuzes voor de toekomst van haar
woningvoorraad.
De eerste was om zwaarder te sturen op woonlasten. Die keuze was mede ingegeven
door het feit dat het gemiddeld jaarinkomen van huurders in Drenthe tot de
laagste in Nederland behoren, en de prognose is dat dit de komende decennia
niet veel zal veranderen. In het verlengde daarvan werd een tweede keuze
gemaakt. Het energieverbruik van Lefier’s woningvoorraad moet drastisch omlaag,
want de tijd van goedkope energie is definitief voorbij en niemand zit te
wachten op torenhoge energielasten van huurders.
Project Ecocredo
Lefier pakt haar bestaande
voorraad aan, maar ook nieuwbouwplannen ontkomen niet aan de duurzaamheidsambitie.
Beleidsmedewerker Leo van Diemen: “We hebben afgelopen jaren met ontwikkelaar Henk Seinen zitten sparren
over energieneutrale concepten.” In 2010 deed zich in het Drentse dorp Borger
een gouden kans voor om dat concept uit te proberen. Met het project Ecocredo
liet Lefier twaalf woningen realiseren die voldoende elektriciteit op moeten
wekken voor de installaties en het huishoudelijk gebruik. Daarmee voldoet
Lefier ook ruimschoots aan de nieuwe
eisen voor de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Sinds 1 januari 2011 is de EPC
voor woningen namelijk aangescherpt van 0,8 naar 0,6.
Woonlasten voor sociale huurders
t t
t
|
Aanpassingen woningwaarderingsstelsel biedt
mogelijkheden
Vanzelfsprekend kunnen corporaties hun huur niet onbeperkt
verhogen. Het woningwaarderingsstelsel — ook wel het puntensysteem genoemd —
bepaalt op basis van een aantal criteria wat de maximale huur van een woning
mag zijn. Sinds 1 juli 2011 telt het energielabel van de woning ook mee bij de
berekening van de huurprijs. Dit biedt mogelijkheden voor woningcorporaties.
Constan Custers, adviseur bij Agentschap NL, licht toe: “Corporaties kunnen
vanaf nu een hogere huur vragen voor energiezuinige woningen. Bij bestaande
huurwoningen gaat dit uiteraard niet zomaar, want corporaties mogen de huur
jaarlijks met maximaal het wettelijk vastgestelde percentage verhogen. Maar bij
nieuwbouwprojecten hoeven corporaties hier geen rekening mee te houden.” Zoals
gezegd zorgt deze huurverhoging er niet voor dat huurders op hoge kosten worden gejaagd, want
doordat hun energielasten veel lager zijn, zijn ze onder de streep goedkoper
uit. Custers: “Het is aan de corporaties om deze besparing inzichtelijk te
maken bij hun huurders. Zij zullen natuurlijk hun vraagtekens zetten bij een
huurprijs die 100 euro hoger is dan die van in hun ogen vergelijkbare sociale
huurwoningen in de omgeving. Met een simpele rekensom kun je ze laten zien dat
het energieverbruik veel lager is dan ze gewend zijn, en dat hun totale lasten
hierdoor niet hoger, maar juist lager worden. Daar komt nog bij dat een
energiezuinige woning een hoog comfortniveau heeft, zodat huurders er prettig
kunnen wonen.”
voor de gehele woning achterwege laten.”
Alleen op de benedenverdieping en in de badkamer boven ligt vloerverwarming,
maar op de hele bovenverdieping was dat te kostbaar en niet nodig geweest.
Overigens hangt ook in de woonkamer een Jaga-paneel, maar dat paneel is er
alleen voor het geval dat bewoners de kamer nog even snel wat warmer willen
hebben.
Warmtepomp onder de trap
De warmtepomp zelf staat onder de trap naar de
bovenverdieping. Van die driehoekige ruimte is een technische kast gemaakt.
Daarin bevindt zich ook het ‘deksel’ van de bodemwarmtewisselaar. Deze locatie
voor de warmtepomp is op zich begrijpelijk. Het grote, zware apparaat laat zich
daar gemakkelijker installeren — en desnoods vervangen — dan op de
bovenverdieping. Als alles goed is gedimensioneerd, leveren de 21 PV-panelen op
het dak niet alleen genoeg stroom voor de warmtepomp, maar zelfs voor het
complete huishouden. Een teveel aan zon wordt buiten gehouden door zonwering
aan de buitenkant van de ramen.
EPC van -0,18
Keuzes
ontwerp en techniek
Om de betaalbare energieleverende woningen te
realiseren, heeft Lefier het passiefbouwenconcept toegepast. De rij woningen
is pal op het zuiden georiënteerd, met een schuin pannendak waarop, zonder
schaduwwerking, veel zonnepanelen konden worden geplaatst. Drie zonnecollectoren
bouwen een flinke warmwaterbuffer (300 liter) op en laden warmte in de bodem
voor later gebruik in de winter. Een warmtepompboiler gebruikt die warmte
voor de lagetemperatuurverwarming en voor het bereiden van warm tapwater.
Voorwaarde voor deze opzet is een zeer goede schilisolatie en een
gecontroleerde woningventilatie, die het warmteverlies minimaliseren. De
Ecocredowoningen zijn met een Rc-waarde van ruim 5 inderdaad goed geïsoleerd.
Qua ventilatie is niet gekozen voor de gebruikelijke balansventilatie met
warmteterugwinning, maar voor multifunctionele ‘Jaga-panelen’ aan de wanden,
die worden aangestuurd door CO2-sensoren. Volgens Van Diemen is dat
een interessante techniek: “Bij deze convectoren zitten de verwarming,
koeling en ventilatie allemaal in één paneel. Qua installatiewerk is dat
eenvoudiger om te bouwen, want je kunt de aanleg van vloerverwarming
|
In 2011 was het straatje met Ecocredo-woningen
klaar. De woningen hebben een EPC van -0,18 en voldoen dus ruimschoots aan de
nieuwe eisen. Ze staan aan de westrand van het dorp, met uitzicht over
graslanden en bossen. Het zijn degelijke eengezinswoningen van twee lagen met
een zolderverdieping. De voor- en achtertuintjes zijn afgeperkt door
schanskorven en vers aangeplante struiken. Aan de achterpaden staan
led-lantaarnpalen met zonnecellen en vanaf de straat zijn de zonnepanelen op
de pannendaken
goed te zien. Wubbo Ockels kwam de woningen in september 2011 hoogstpersoonlijk
openen.
Zeventien goede voorbeelden
Het project Ecocredo is een van
de zeventien goede voorbeelden die Agentschap NL en de partners van het
Lente-akkoord hebben verzameld om te laten zien hoe je een lagere EPC kunt
realiseren. Het Lente-akkoord is een convenant tussen het ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, Aedes, Bouwend Nederland, de Vereniging van
Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) en de NVB. Deze
partijen hebben zich tot doel gesteld dat in 2015 alle nieuwbouw die ze
realiseren 50 procent energiezuiniger is dan volgens de bouweisen van 2007. En
ze zetten zich in om vanaf 2020 alleen nog maar energieneutraal te bouwen.
Claudia Bouwens is programmabegeleider Energie & Duurzaamheid bij de NEPROM
en verantwoordelijk voor kennisoverdracht en stimulering binnen het
Lente-akkoord. “De partners van het Lente-akkoord werken er hard aan om onze
ambities voor 2015 waar te maken. We delen kennis over en ervaringen met
energiezuiniger bouwen, maar als stok achter de deur wordt ook de regelgeving
aangescherpt, zoals de EPC voor woningen.”
Nadruk op de basis
Welke maatregelen zorgen er nu
voor dat nieuwbouwwoningen een EPC lager dan 0,6 hebben? Wat opvalt bij de
zeventien inspirerende voorbeeldprojecten, is dat ze net als bij de
Ecocredo-woningen bij het ontwerp al rekening hebben gehouden met het
energieverbruik, zodat woningen met een hele lage energiebehoefte zijn
gerealiseerd. Dit noemen we het passiefbouwenconcept. Verder is in veel
gevallen een warmtepomp geïnstalleerd. Zo’n warmtepomp brengt duurzame omgevingswarmte
van een laag
Energieprestatiecoëfficiënt
(EPC) De energieprestatiecoëfficiënt
is een maat voor de energie-efficiëntie van een gebouw. Hoe lager het getal,
hoe energiezuiniger het ontwerp. De EPC is onderdeel van de
energieprestatienorm (EPN, vanaf 1 juli 2012 EPG Energieprestatie van
Gebouwen) en opgenomen in het Bouwbesluit. Het doel van de overheid is de EPC
stap voor stap aan te scherpen om in 2020 tot energieneutrale nieuwbouw te
komen. Op 1 januari 2011 is de EPC voor woningen aangescherpt van 0,8 tot
0,6. Vanaf 2015 moet de EPC 0,4 zijn, om in 2020 uiteindelijk op nul uit te
komen.
|
naar een hoger en bruikbaar
temperatuurniveau. Op deze manier bespaart hij tot 50 procent energie ten
opzichte van een cv-ketel.
Volgens Bouwens moet je verder kijken dan de papieren EPC
alleen: “De bouwkundige basis moet goed zijn. Maak gebruik van maatregelen waar
bewoners geen omkijken naar hebben, of maatregelen die perfect aansluiten op
bewonersgedrag. Leg de nadruk op een goede bouwkundige schil, goede isolatie en
ventilatie en driedubbel glas. Een woning die op de zon is georiënteerd,
ontworpen is met aandacht voor energie en gebruik maakt van lage
temperatuurverwarming is in de basis een woning die ook op lange termijn energiezuinig
is.”
KopStaartaanpak biedt aandachtspunten voor uitvoering
Nu de eis voor de EPC voor woningen is aangescherpt, is het
zaak om te zorgen dat nieuwbouwwoningen ook in de praktijk aan deze eisen
voldoen. Bouwens: “De kwaliteit van de uitvoering moet verbeteren, zodat
woningen bij oplevering daadwerkelijk aan de eisen voldoen die bij aanvang van
het project zijn opgesteld. Om ontwikkelaars hierbij te ondersteunen, hebben we
in 2010 de KopStaartaanpak uitgebracht. Aan de hand van twintig aandachtspunten
kunnen ontwikkelaars de kwaliteit van hun nieuwbouwproject gedurende het
bouwproces bewaken.” Uiterlijk 1 januari 2013 wordt het energielabel voor
nieuwbouw ingevoerd. Vanaf dan krijgt alle nieuwbouw bij oplevering een
energielabel. Onlosmakelijk onderdeel van het energielabel is een
opleveringstoets. Bouwens is erg blij met de komst van dit energielabel voor
nieuwbouw. “Het maakt de energiekwaliteit van nieuwbouwwoningen inzichtelijk,
en maakt het mogelijk om de energieprestaties goed te vergelijken met die van
bestaande bouw.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten