zondag 3 november 2013

Hòa Lan : Nhà tự tạo năng lượng, không tốn tiền điện


ENERGIELEVERENDE  WONING ZONDER STIJGENDE ENERGIELASTEN
Wooncorporatie Lefier ZuidoostDrenthe realiseerde met het project Ecocredo twaalf huurwoningen 
die voldoende elektriciteit op moeten wekken voor de installaties en het huishoudelijk gebruik. Om de extra investe-
ringen hiervoor te bekostigen, verhoogt Lefier de aanvangshuur met 100 euro. De huurders hoeven niet bang te zijn
voor hoge woonlasten, want door hun lage energieverbruik verdienen ze dit bedrag ruimschoots terug.
Annemieke van Ramshorst en Endre Timár


L
efier maakte in haar energiebeleidsplan 2008-2013 twee strategische keuzes voor de toekomst van haar
woningvoorraad. De eerste was om zwaarder te sturen op woonlasten. Die keuze was mede ingegeven door het feit dat het gemiddeld jaarinkomen van huurders in Drenthe tot de laagste in Nederland behoren, en de prognose is dat dit de komende decennia niet veel zal veranderen. In het verlengde daarvan werd een tweede keuze gemaakt. Het energieverbruik van Lefier’s woningvoorraad moet drastisch omlaag, want de tijd van goedkope energie is definitief voorbij en niemand zit te wachten op torenhoge energielasten van huurders.
Project Ecocredo
Lefier pakt haar bestaande voorraad aan, maar ook nieuwbouwplannen ontkomen niet aan de duurzaamheidsambitie. Beleidsmedewerker Leo van Diemen: “We hebben afgelopen jaren  met ontwikkelaar Henk Seinen zitten sparren over energieneutrale concepten.” In 2010 deed zich in het Drentse dorp Borger een gouden kans voor om dat concept uit te proberen. Met het project Ecocredo liet Lefier twaalf woningen realiseren die voldoende elektriciteit op moeten wekken voor de installaties en het huishoudelijk gebruik. Daarmee voldoet Lefier ook ruimschoots  aan de nieuwe eisen voor de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Sinds 1 januari 2011 is de EPC voor woningen namelijk aangescherpt van 0,8 naar 0,6.
Woonlasten voor sociale huurders
t        t  t
Maar hoe zit het met de woonlasten voor de sociale huurders? Stijgen die niet enorm door dit soort energieneutrale concepten? Van Diemen rekent voor dat het best meevalt: “Voor de bouw van een doorsnee sociale huurwoning is een onrendabele top van 60.000 tot 80.000 euro in corporatieland  normaal. Voor Ecocredo moet je daar nog eens 40.000 euro bij optellen. Dat lijkt schrikbarend, maar we lossen dat grotendeels op om de voor ons normale aanvangshuren met gemiddeld 100 euro te verhogen. En een huur waarover de huurders met de laagste inkomens nog huurtoeslag kunnen ontvangen. Gelukkig maakt dat voor de huurders weinig uit. Hun energienota wordt een stuk lager, zodat de woonlasten niet zullen stijgen.” Kortom, corporaties die woningen met een EPC lager dan 0,6 willen realiseren, kunnen de benodigde investeringen deels bekostigen door de huur van de woningen te verhogen.  Huurders worden hierdoor niet benadeeld, omdat hun energielasten flink omlaag gaan.
Aanpassingen woningwaarderingsstelsel biedt mogelijkheden
Vanzelfsprekend kunnen corporaties hun huur niet onbeperkt verhogen. Het woningwaarderingsstelsel — ook wel het puntensysteem genoemd — bepaalt op basis van een aantal criteria wat de maximale huur van een woning mag zijn. Sinds 1 juli 2011 telt het energielabel van de woning ook mee bij de berekening van de huurprijs. Dit biedt mogelijkheden voor woningcorporaties. Constan Custers, adviseur bij Agentschap NL, licht toe: “Corporaties kunnen vanaf nu een hogere huur vragen voor energiezuinige woningen. Bij bestaande huurwoningen gaat dit uiteraard niet zomaar, want corporaties mogen de huur jaarlijks met maximaal het wettelijk vastgestelde percentage verhogen. Maar bij nieuwbouwprojecten hoeven corporaties hier geen rekening mee te houden.” Zoals gezegd zorgt deze huurverhoging er niet voor dat  huurders op hoge kosten worden gejaagd, want doordat hun energielasten veel lager zijn, zijn ze onder de streep goedkoper uit. Custers: “Het is aan de corporaties om deze besparing inzichtelijk te maken bij hun huurders. Zij zullen natuurlijk hun vraagtekens zetten bij een huurprijs die 100 euro hoger is dan die van in hun ogen vergelijkbare sociale huurwoningen in de omgeving. Met een simpele rekensom kun je ze laten zien dat het energieverbruik veel lager is dan ze gewend zijn, en dat hun totale lasten hierdoor niet hoger, maar juist lager worden. Daar komt nog bij dat een energiezuinige woning een hoog comfortniveau heeft, zodat huurders er prettig kunnen wonen.”
voor de gehele woning achterwege laten.” Alleen op de benedenverdieping en in de badkamer boven ligt vloerverwarming, maar op de hele bovenverdieping was dat te kostbaar en niet nodig geweest. Overigens hangt ook in de woonkamer een Jaga-paneel, maar dat paneel is er alleen voor het geval dat bewoners de kamer nog even snel wat warmer willen hebben.
Warmtepomp onder de trap
De warmtepomp zelf staat onder de trap naar de bovenverdieping. Van die driehoekige ruimte is een technische kast gemaakt. Daarin bevindt zich ook het ‘deksel’ van de bodemwarmtewisselaar. Deze locatie voor de warmtepomp is op zich begrijpelijk. Het grote, zware apparaat laat zich daar gemakkelijker installeren — en desnoods vervangen — dan op de bovenverdieping. Als alles goed is gedimensioneerd, leveren de 21 PV-panelen op het dak niet alleen genoeg stroom voor de warmtepomp, maar zelfs voor het complete huishouden. Een teveel aan zon wordt buiten gehouden door zonwering aan de buitenkant van de ramen.
EPC van -0,18
Vier robuuste maatregelen: de beste basis
De partners van het Lente-akkoord hebben de brochure ‘De beste basis’ uitgebracht, waarin de meest succesvolle maatregelen voor het ontwikkelen van energiezuinige woningen onder de aandacht worden gebracht. De beste basis voor een energiezuinige woning bestaat uit robuuste maatregelen. Robuuste maatregelen zijn bewonersonafhankelijk en sluiten perfect aan op bewonersgedrag. In het gebruik hebben die maatregelen een toegevoegde waarde. Dat betekent dat de bewoner er geen omkijken naar heeft. In de brochure worden de vier meest robuuste maatregelen uitgelicht: t(PFEFXPOJOHPSJ»OUBUJF
t&FOPOUXFSQNFUBBOEBDIUWPPSFOFSHJF t(PFEFTDIJMJTPMBUJFFOWFOUJMBUJF t-BHFUFNQFSBUVVSWFSXBSNJOH
Deze maatregelen vormen de basis voor een goed energieconcept. Meer weten over de beste basis voor een energiezuinige woning? Download de brochure op www.lente-akkoord.nl.
Keuzes ontwerp en techniek
Om de betaalbare energieleverende woningen te realiseren, heeft Lefier het passiefbouwenconcept toegepast. De rij woningen is pal op het zuiden georiënteerd, met een schuin pannendak waarop, zonder schaduwwerking, veel zonnepanelen konden worden geplaatst. Drie zonnecollectoren bouwen een flinke warmwaterbuffer (300 liter) op en laden warmte in de bodem voor later gebruik in de winter. Een warmtepompboiler gebruikt die warmte voor de lagetemperatuurverwarming en voor het bereiden van warm tapwater. Voorwaarde voor deze opzet is een zeer goede schilisolatie en een gecontroleerde woningventilatie, die het warmteverlies minimaliseren. De Ecocredowoningen zijn met een Rc-waarde van ruim 5 inderdaad goed geïsoleerd. Qua ventilatie is niet gekozen voor de gebruikelijke balansventilatie met warmteterugwinning, maar voor multifunctionele ‘Jaga-panelen’ aan de wanden, die worden aangestuurd door CO2-sensoren. Volgens Van Diemen is dat een interessante techniek: “Bij deze convectoren zitten de verwarming, koeling en ventilatie allemaal in één paneel. Qua installatiewerk is dat eenvoudiger om te bouwen, want je kunt de aanleg van vloerverwarming 
 
In 2011 was het straatje met Ecocredo-woningen klaar. De woningen hebben een EPC van -0,18 en voldoen dus ruimschoots aan de nieuwe eisen. Ze staan aan de westrand van het dorp, met uitzicht over graslanden en bossen. Het zijn degelijke eengezinswoningen van twee lagen met een zolderverdieping. De voor- en achtertuintjes zijn afgeperkt door schanskorven en vers aangeplante struiken. Aan de achterpaden staan led-lantaarnpalen met zonnecellen en vanaf de straat zijn de zonnepanelen op
de pannendaken goed te zien. Wubbo Ockels kwam de woningen in september 2011 hoogstpersoonlijk openen.
Zeventien goede voorbeelden
Het project Ecocredo is een van de zeventien goede voorbeelden die Agentschap NL en de partners van het Lente-akkoord hebben verzameld om te laten zien hoe je een lagere EPC kunt realiseren. Het Lente-akkoord is een convenant tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Aedes, Bouwend Nederland, de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) en de NVB. Deze partijen hebben zich tot doel gesteld dat in 2015 alle nieuwbouw die ze realiseren 50 procent energiezuiniger is dan volgens de bouweisen van 2007. En ze zetten zich in om vanaf 2020 alleen nog maar energieneutraal te bouwen. Claudia Bouwens is programmabegeleider Energie & Duurzaamheid bij de NEPROM en verantwoordelijk voor kennisoverdracht en stimulering binnen het Lente-akkoord. “De partners van het Lente-akkoord werken er hard aan om onze ambities voor 2015 waar te maken. We delen kennis over en ervaringen met energiezuiniger bouwen, maar als stok achter de deur wordt ook de regelgeving aangescherpt, zoals de EPC voor woningen.”
Nadruk op de basis
Welke maatregelen zorgen er nu voor dat nieuwbouwwoningen een EPC lager dan 0,6 hebben? Wat opvalt bij de zeventien inspirerende voorbeeldprojecten, is dat ze net als bij de Ecocredo-woningen bij het ontwerp al rekening hebben gehouden met het energieverbruik, zodat woningen met een hele lage energiebehoefte zijn gerealiseerd. Dit noemen we het passiefbouwenconcept. Verder is in veel gevallen een warmtepomp geïnstalleerd. Zo’n warmtepomp brengt duurzame omgevingswarmte van een laag
Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) De energieprestatiecoëfficiënt is een maat voor de energie-efficiëntie van een gebouw. Hoe lager het getal, hoe energiezuiniger het ontwerp. De EPC is onderdeel van de energieprestatienorm (EPN, vanaf 1 juli 2012 EPG Energieprestatie van Gebouwen) en opgenomen in het Bouwbesluit. Het doel van de overheid is de EPC stap voor stap aan te scherpen om in 2020 tot energieneutrale nieuwbouw te komen. Op 1 januari 2011 is de EPC voor woningen aangescherpt van 0,8 tot 0,6. Vanaf 2015 moet de EPC 0,4 zijn, om in 2020 uiteindelijk op nul uit te komen.
naar een hoger en bruikbaar temperatuurniveau. Op deze manier bespaart hij tot 50 procent energie ten opzichte van een cv-ketel.
Volgens Bouwens moet je verder kijken dan de papieren EPC alleen: “De bouwkundige basis moet goed zijn. Maak gebruik van maatregelen waar bewoners geen omkijken naar hebben, of maatregelen die perfect aansluiten op bewonersgedrag. Leg de nadruk op een goede bouwkundige schil, goede isolatie en ventilatie en driedubbel glas. Een woning die op de zon is georiënteerd, ontworpen is met aandacht voor energie en gebruik maakt van lage temperatuurverwarming is in de basis een woning die ook op lange termijn energiezuinig is.”
KopStaartaanpak biedt aandachtspunten voor uitvoering
Nu de eis voor de EPC voor woningen is aangescherpt, is het zaak om te zorgen dat nieuwbouwwoningen ook in de praktijk aan deze eisen voldoen. Bouwens: “De kwaliteit van de uitvoering moet verbeteren, zodat woningen bij oplevering daadwerkelijk aan de eisen voldoen die bij aanvang van het project zijn opgesteld. Om ontwikkelaars hierbij te ondersteunen, hebben we in 2010 de KopStaartaanpak uitgebracht. Aan de hand van twintig aandachtspunten kunnen ontwikkelaars de kwaliteit van hun nieuwbouwproject gedurende het bouwproces bewaken.” Uiterlijk 1 januari 2013 wordt het energielabel voor nieuwbouw ingevoerd. Vanaf dan krijgt alle nieuwbouw bij oplevering een energielabel. Onlosmakelijk onderdeel van het energielabel is een opleveringstoets. Bouwens is erg blij met de komst van dit energielabel voor nieuwbouw. “Het maakt de energiekwaliteit van nieuwbouwwoningen inzichtelijk, en maakt het mogelijk om de energieprestaties goed te vergelijken met die van bestaande bouw.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten